Vier soorten koekjes uit 1 deeg

Step 1

Mix de boter met de vanillesuiker en suiker tot een creme. Voeg de bloem toe en kneed tot een deeg. Eventueel wat bloem toevoegen als het te veel plakt (maximaal 2 eetlepels). Verdeel het deeg in 4 stukken en gebruik elk stuk voor 1 soort koekje.

Koekje 1:

Meng het deeg met de koekkruiden en maak er staafjes van. Vorm die tot een cirkeltje en leg ze op een bakplaat met bakpapier. Bak ze op 190 graden in ongeveer 15 minuten gaar. Na het bakken met gesmolten chocolade versieren.

Koekje 2:

Maak bolletjes van het deeg en leg ze op een bakplaat met bakpapier. Bak ze 15 minuten op 190 graden en dompel ze in verwarmde jam. Rol daarna door kokos.

Koekje 3:

Maak hele kleine bolletjes van de amandelspijs en maak grotere bolletjes van het deeg. Druk de bolletjes deeg plat en leg er een bolletje amandelspijs op. Rol opnieuw op tot een bolletje. Druk met een vork plat of druk het bolletje in een speciale stempel. Leg ze op een bakplaat met bakpapier en bak op 190 graden voor 15 minuten. Als ze nog warm zijn door poedersuiker rollen.

Koekje 4:

Maak staafjes van het deeg, leg ze op een bakplaat met bakpapier en bak ze 15 minuten op 190 graden. Laat ze afkoelen, dompel dan in gesmolten chocolade en rol door de cornflakes.

Andere variaties:

* Maak staafjes en dompel 1 uiteinde in chocolade en gehakte amandelen

* Maak rondjes en dompel helemaal onder in chocolade en dan in kokos

* Rol uit en steek er rondjes uit, plak ze na het bakken op elkaar met wat caramel of jam en dompel eventueel in chocolade